Dag 7, Sugar Pine Point State Park - Wawona

Woensdag 25 juni 2014



Het is pesten en liegen geworden. Gezellig stel zijn wij hè?
Ik heb niet zo lekker geslapen. Ik ben een paar keer wakker geweest van koude voeten. Om kwart voor 6 dus maar geprobeerd het ziekenhuis te bellen, maar die nemen niet op.
We douchen in de camper, wat ten opzichte van de vorige keer een tegenvaller is. Hoewel de camper groter is, is de badkamer kleiner. Je moet echt heen en weer onder de straal om overal nat te worden en afdrogen valt niet mee in zo'n kleine ruimte. En dan hebben we ook nog doeken die vermomd zijn als handdoek, maar het eigenlijk niet zijn. Je veegt alleen de druppels weg, maar echt drogen doen ze niet, terwijl ze wel zo aanvoelen. Heel vreemd.

Om 8.15 uur vertrekken we met een kilometer (mijlen natuurlijk) stand van 96549 naar het dumpstation op de camping. We nemen vervolgens de 89 Zuid en genieten nog van de mooie omgeving. Vooral bij D.L.Bliss S.P. vind ik het erg mooi met al die lichtgekleurde rotsen.
Richting Markleeville zien we een bord staan dat het fire danger extreme is. Gisteren zagen we nog ergens very high en dat vond ik al veel.
Op 8000 ft. (2438 m.) staan veel bloemen langs de weg: gele, rode en witte. Hoewel we deze weg dus al eerder gereden hebben, roept het geen herinneringen op. Tot we op een gegeven moment langs het enorme brede dal rijden, waarvan ik de vorige keer vond dat er best een heel dorp in zou passen. Ook daarna zien we nog hele mooie, afwisselende stukken. Van ruige rotsen tot bergen met lage begroeiing.


We stoppen bij het Vista Point voor Mono Lake . Een mooi panorama over het meer, maar het laat niet voldoende zien hoe het er echt uit ziet vind ik. Daarvoor moet je er toch dichtbij zijn. We kunnen bij Mono Lake zelf makkelijk parkeren en doen $ 3,- parkeergeld in de buis.
We gaan niet naar het visitor center omdat we geen zin hebben om naar boven te lopen. Ik zie al snel een Japanner op slippers tot zijn enkels in de stinkende bagger staan. Goed kijken waar je loopt dus. Het ziet er een beetje buitenaards uit. Het is er ook warm, maar door de forse wind is het niet storend. Wel goed je hoed vasthouden!
We lopen wat langs de kant en zien de meeuwen kleine garnaalachtigen eten en de vele, vele zwarte vliegjes aan de rand van het water zitten. Het ziet er onaangenaam uit, maar ze blijven gewoon zitten en je hebt er geen last van.
Helaas kunnen we niet bij de achterste, hoge tufa's komen. Daarvoor is het te moerassig en drabberig.






Op de parkeerplaats eten we een boterham en reizen verder naar de Tioga pass. Daar komen we al snel aan. We hadden grote drukte verwacht, maar het is erg rustig. Het is een prachtige weg in meer dan een opzicht. Buiten de overweldigende natuur is ook het wegdek prachtig. Zo glad hebben we het in nog geen enkel National Park gehad. Deze camper is trouwens sowieso nogal stil. Weinig gepiep en gekraak en de deuren en laden blijven gewoon dicht tijdens de reis, als je ze tenminste van tevoren goed dicht gedaan had. De hordeur heb ik opgestopt met keukenrol en de hor bij de tafel ook, maar die rammelt als enige nog wel. Advies voor beginnende camperaars: zorg altijd voor veel keukenrol en ducktape is ook nooit weg. Ik pleit voor een nobelprijs voor de uitvinder van keukenrol.
 





Maar, terug naar de Tioga-pas. Het is niet druk en vele kilometers hebben we de weg voor onszelf. Niemand voor ons en niemand achter ons. Ook zijn er niet veel tegenliggers. Tussen het genieten van de natuur door stoppen we even bij het Tuolomne Visitor Center. Het is maar klein, maar daar zien we wel de dennenappel van de Sugar Pine. Die hadden we in Sugar Pine Point State Park niet gezien! Ook kopen we kaarten. 1 voor mamma en de eerste uit de reeks voor Peter en Fré (dank!). Later stoppen we nog bij het meer en bij het uitzicht op Half Dome. Deze zagen we ook vanuit het vliegtuig. Wel leuk om hem nu van onderaf te zien.


Wat ons opvalt is dat we geen enkel wild zien. Nog geen eekhoorn, terwijl we er vanmorgen van overtuigd waren dat het vandaag Suicide Squirrel Day was. Bij Lake Tahoe zagen we enorm veel, vooral hele kleine, snel overstekende, eekhoorns. Vanmiddag niet een meer.

Van de aangekondigde roadworks hebben we precies 0 seconden last gehad. Wel gezien dat er hier en daar wat gebeurt of gaat gebeuren, maar niet toen wij er waren.
Als we bij de Valley aankomen wordt het duidelijk drukker. Daar hoeven wij ons niet in te begeven, want we nemen de weg naar Wawona. Dit is een minder interessant stuk park. Mooie bossen, dat wel, maar geen bijzondere dingen. Een stuk heeft nog duidelijk de littekens van vroegere branden.

Om 17.10 uur komen we aan op de Wawona campground. Hier hoeven we geen spullen in de bearbox te doen, omdat we een RV hebben. Alleen wel alles goed opbergen en uit het zicht leggen. Veel zal er ook niet te zien zijn, want vanavond gaan toch alle gordijnen dicht.
Plek 23 is een mooie, grote plek aan de rivier. We krijgen al snel gezelschap van een raaf. Die is niet erg bang en daar hebben we gezellig even mee zitten kletsen. De generator mag tot 7 uur aan, dus kan de laptop verder opgeladen worden. Heeft Idse vanavond ook wat te doen. Er zitten hier wel veel muggen, dus de (Amerikaanse, nog van de vorige keer) muggenspray tevoorschijn gehaald. Dit helpt wel, maar onder het eten bedenken we dat we vanavond toch liever binnen gaan zitten.




Na het eten lopen we nog een rondje en lezen bij de rangers de bearfacts. In 1998 zijn er 338 incidenten geweest met een totale schade van ruim 6,5 ton, in 2013 17 à $ 795,- en in 2014 al 43 à $ 1200,- en het seizoen begint nog maar net.



Jan is na het eten goed versleten van de lange rijdag. Morgen naar Kings en Sequoia en dus weer behoorlijk veel achter het stuur. We hopen nu toch wel wild te zien. Zou toch moeten kunnen.

Opvallend is trouwens dat de camping lang niet vol is. Wel zagen we bij de rangers een lijstje met late arrivals, maar er stonden ook nog 6 plekken vrij. Een daarvan werd net ingenomen door een busje met Spaans sprekenden.