Dag 8, Wawona - Sequoia NP

Donderdag 26 juni 2014


Vannacht heeft het wat geregend. Het begon al toen we naar bed gingen. Niet hard, net een gezellig getik op het dak om bij in slaap te vallen. Vanmorgen bleek dat het geen grote hoeveelheden waren, want onder de bomen was het nog droog. De temperatuur was precies goed.

Om half 9 reden we als een van de laatsten van de camping. Dan zie ik dat de buurman zijn schoenen vergeten is. Handig wel. Die staan nog keurig naast elkaar op de lege plek. Als je iets achter wilt laten om te laten zien dat de plek bezet is, zou ik eerder iets anders dan schoenen kiezen. Stel dat het gaat regenen.

Het is helemaal bewolkt en bij Oakhurst tanken we voor $ 4,03. Niet slecht. We volgen de 41 naar Fresno door een geel heuvelachtig landschap met verspreid staande bomen. Het doet erg aan de Provence denken, alleen zijn het geen olijfbomen. Later wordt het helemaal vlak en vlakbij Fresno zien we regelmatig koeien lopen. De begroeiing verandert en er verschijnen palmen en wat cypressen. Het is nu nog maar half bewolkt.


Via de 180, die verderop steeds mooier wordt, komen we aan bij Kings Canyon National Park. We willen graag eerst naar het visitor center, maar daar is het behoorlijk druk en de 2 of 3 RV parkeerplekken die er zijn, zijn bezet door een camper en een vrachtwagen en schuin ervoor staat nog een bus. Helaas, dat gaat niet lukken.




We zijn toen naar de Grant Tree Trail gegaan. Hier waren veel grote bomen te zien en met de folder erbij konden we ook de bijzonderheden aan de weet komen. Er was ook een omgevallen boom waar je in de lengte doorheen kon lopen. Het litteken van een brand in de General Grant was te zien, een duo-boom, waarvan de ene helft door de bliksem getroffen en verbrand was en de andere helft nog stond en de California tree, die in 1967 door blikseminslag 24 ft (7.31 m.) van zijn top is kwijtgeraakt. Hij is nu overigens nog steeds ruim 200 ft (61 m.). Ze besloten hem te blussen om de omgeving en de bezoekers te beschermen. Dit werd gedaan door iemand die in een naastgelegen boom geklommen was.
De General Grant is echt een joekel. Niet de grootste in het park, dat is de General Sherman, maar zijn voet is toch altijd nog even breed als een 3-baans snelweg. In een boom klonk getik en dat bleek een specht te zijn en later spotte Idse een muledeer. Deze bleef heel rustig staan grazen en dus hebben we haar goed kunnen bekijken.



We hebben een broodje gegeten in de camper en zijn doorgereden naar Sequoia National Park via de Kings Canyon overlook, waar we nog even gestopt zijn en van het uitzicht genoten hebben.
Kings is een mooi park met veel en grote, vooral naaldbomen en veel rotsen.


In Sequoia zijn we naar het Lodge Pole visitor center gereden en kwamen onderweg langs Dorst Creek Campground, waar we vannacht zullen staan.
Hier konden we wel parkeren en vrijwel meteen na binnenkomst begon de film over beren in Sequoia. Daarna hebben we nog wat rondgekeken en nog een andere, korte, film gezien over een gecontroleerde brand bij Bear Hill. Deze is op 1 juni j.l. aangestoken.

We hebben het boek voor de verzameling gekocht en nog het parkkrantje gekregen wat we niet bij de ingang gekregen hadden. Hierin staat in elk geval informatie over de shuttle die we morgen willen gebruiken. Voor het VC stond overigens nog een muledeer te grazen. Nog veel dichterbij en ondanks allerlei mensen en een druk spelend kindje bleef ze gewoon staan.
Tegenover het VC hebben we nog even wat beleg gekocht. In de zon is het vandaag lekker, maar in de wind best fris.


Op de parkeerplaats heb ik nog een paar licenceplates gescoord. Er zijn meer auto's die van verder weg komen dan ik had verwacht. Ook zie ik vaak leuke, maar daar kan ik dan niks mee, omdat we rijden bv. Wie weet kom ik ze later nog een keer tegen.

Om 16.40 uur komen we aan op Dorst. Ook hier hoeven we niet alles in de bearbox te doen. Wel alles uit het zicht leggen en goed in de kasten en bij voorkeur in de koelkast opbergen.
We hadden weer een mooie plek. Het is hier helemaal schitterend trouwens. We zitten nog even buiten, maar al snel maakt een grote wolk het te koud.




We gaan een rondje over de camping doen. Dat is nog eens een verrassing. Het is een enorm terrein, 214 plekken, en ze zijn allemaal goed ruim. Het is de mooiste camping die we ooit, waar dan ook, gezien hebben.


Deze is wel van een Sugar Pine. Weliswaar maat 36, maar toch.

Weer terug bladeren we wat door de info en de nieuwe boeken, tot Jan bedenkt te gaan kijken waar het dumpstation is. Hij is al een poosje weg als hij met veel kabaal hijgend binnenstormt. "Meekomen, alles meenemen". Er schieten 2 dingen door mijn hoofd: wild of de hele tent staat in de fik en we moeten vluchten. Gelukkig zegt hij er meteen achteraan: "de camera's. Een beer en 2 muledeer". Weer onderaan de weg gekomen, hij heeft een heel eind naar boven moeten hollen, zijn de herten weg, maar de beer staat er nog! We kunnen hem rustig bekijken en vastleggen en tot Jan's stomme verbazing rijdt er een ranger langs, die niets doet. Weer terug op de weg naar onze plek zien we een muledeer vlakbij een van de campers staan. Hier ook nog even naar gekeken. Eenmaal terug wordt het toch echt tijd om te koken, maar het hert loopt inmiddels achter ons, vlak bij de buren. Die vertelden dat ze er gisteren, toen de zon onderging, 4 gezien hadden, er waren ook 2 mannetjes bij, vlak achter hun plek.






Het koken schiet niet heel erg op, want er is er inderdaad nog een verschenen. Uiteindelijk staat er toch voor ieder een bord spaghetti op tafel.
Binnen is de temperatuur nog aangenaam genoeg voor korte broek en t-shirt.